In het nieuws

Monitor RIVM:

Cliëntondersteuner voegt veel toe, maar is nog te onbekend

 

 

22 oktober 2021

De wet is er duidelijk over: iedereen heeft recht op een gratis onafhankelijk cliëntondersteuner zodra hij vastloopt in zijn gemeente. Toch weet de helft van de mensen die gebruik zouden kunnen maken van zo’n ondersteuner niet eens van diens bestaan. En dat is niet zo gek: van de hulpverleners die een cliënt erop moet wijzen, is óók bijna de helft (46%) niet bekend met de functie. Dat blijkt uit de eerste Monitor cliëntondersteuning van het RIVM.

Herkenbare cijfers, weet Eddy Bellwinkel, voorzitter van de Stichting SteunPunt. Ook in Haarlem weten veel mensen die dak- of thuisloos zijn geworden vaak niet dat zij een beroep mogen doen op onafhankelijke ondersteuning. “En dat is verschrikkelijk, want juist een paar extra oren en een andere kijk op een situatie kan de mens vaak verder helpen, op weg naar herstel.”

Stichting SteunPunt is een serie gesprekken gestart met zorginstellingen en gemeente om juist haar  zichtbaarheid te vergroten. Hij ziet kansen omdat Haarlem behoort tot de zogenaamde koplopersgroep. “Dat is een groep gemeentes extra geld heeft gekregen om de ondersteuning door cliëntondersteuners in het sociaal domein te versterken. Nu is het zaak die ambitie ook waar te maken. Waar het kan, dragen we daar vanuit onze stichting graag aan bij.

Er is ook reden voor optimisme, want de cijfers laten ook zien hoeveel een onafhankelijk cliëntondersteuner toevoegt. Als mensen eenmaal een cliëntondersteuner aan hun zijde hebben, zijn ze daarmee goed geholpen: Het ontlast hen dat er iemand meekijkt en weet welke wetten en regels er gelden, zeker bij complexe zorgvragen.

Het RIVM onderzocht ook hoe het komt dat de cliëntondersteuner zo onbekend is. Uit gesprekken die met ondersteuners zelf, met cliënten en gemeenten, blijkt dat een aantal zaken rond cliëntondersteuning onduidelijk zijn. Zo is het niet altijd duidelijk wat de rol van de cliëntondersteuner precies is en hoe die zich verhoudt tot andere partijen in de zorg. Bovendien komt de onafhankelijkheid van de cliëntondersteuner soms in het geding. Bijvoorbeeld als zij bij een organisatie werken die zelf zorg aanbiedt of als de ondersteuner zelf kan bepalen of ondersteuning wordt toegekend.